Bijlage Grondexploitaties

KAZERNE KWARTIER (Frederik Hendrik Kazerne)

Exploitatiegegevens
Startdatum: 1-1-2011
Einddatum: 31-12-2032

Ruimtegebruik
Openbare ruimte:   15,2 ha.
Bouwgrond:        9,0 ha.

Uitvoeringsfase plan
In 2023 is het bestemmingsplan Kazernekwartier door de gemeenteraad vastgesteld en per 5 september 2023 is dit onherroepelijk. Gezamenlijk is gewerkt aan de verdere voorbereiding voor het bouwrijpmaken en de restauratiewerkzaamheden van de fortificatie. Ook is in 2023 archeologisch en niet gesprongen explosieven onderzoek uitgevoerd. Eind 2023 zijn de eerste gebouwen overgegaan naar de ontwikkelpartners.
Daarnaast is gestart met de stedenbouwkundige voorbereiding voor fase 2 en wordt de haalbaarheid van de nieuwe oeververbinding afgerond. De verwachting is dat eind 2024 de gemeenteraad het stedenbouwkundig plan zowel programmatisch als financieel in behandeling kan nemen.

Exploitatieresultaat
De nieuwe raming van de grondexploitatie, die is opgesteld in het kader van deze jaarrekening,  leidt tot afwijkingen ten opzichte van het eerder vastgestelde exploitatieresultaat. De vertraging in de snelheid van gronduitgifte heeft een negatieve invloed op het resultaat. Ook leidt dit tot verhoogde rentelasten, kosten tijdelijk beheer en plankosten. Daarnaast leidt het asbestvrij maken van de te leveren panden tot onvoorziene kosten. Per saldo dient de voorziening nadelige grondexploitaties aangevuld te worden met circa € 2,2 miljoen.

De investeringen in 2023 (circa € 2,8 miljoen) hebben met name betrekking op kosten van tijdelijk beheer, onderzoek en  planuitwerking en rentekosten. De inkomsten (circa € 0,2 miljoen) hebben betrekking op  de verkoop van een aantal panden, een provinciale bijdrage in onderzoek naar de Maasverbinding en op inkomsten uit tijdelijk beheer.
De gemeente heeft in 2023 een bijdrage ontvangen van circa € 0,8 miljoen in het kader van de aan het project toegekende erfpachtdeal. Conform BBV-regelgeving wordt deze bijdrage, in afwachting van de uitvoering van de vereiste prestaties niet op het project maar op de balans verantwoord.

In het benodigd weerstandsvermogen is voor dit project rekening gehouden met een netto-risico van € 13,4 miljoen. Onderdeel van dit risico betrof het risico op onvoorziene kosten in verband met de aanwezigheid van asbest en op vertragingskosten. Nu deze risico’s zich ook daadwerkelijk voordoen en zijn verwerkt in het actuele resultaat kan het netto-risico worden verlaagd naar € 12 miljoen.