Personeelskostenbegroting
In de onderstaande tabel worden het budget en de realisatie van de Personeelskostenbegroting gepresenteerd:
Personeelskostenbegroting per 31 december 2023 | |||||
Personeelsbegroting (x € 1 miljoen) | |||||
Begroting | Realisatie | Saldo | Surplus | Saldo | |
Bestuur | 2,56 | 2,51 | 0,05 | 0,00 | 0,05 |
Teams | 93,49 | 94,39 | -0,90 | 0,99 | 0,09 |
Concern | 0,64 | 0,51 | 0,13 | 0,00 | 0,13 |
Subtotaal | 96,69 | 97,41 | -0,72 | 0,99 | 0,27 |
Bijstelling Finrap | 0,98 | ||||
Incidentele last verlofsparen | -0,48 | ||||
Saldo inclusief bijstelling en incidente posten | 0,77 |
Resultaat
Bijstelling Finrap
Voorzichtigheidshalve vond in de Finrap een bijstelling van de personeelskostenbegroting plaats van afgerond € 0,98 miljoen met als doel de begroting uit te kunnen voeren binnen het budgettaire kader voor personele inzet. In de Finrap is na bijstelling van de begroting uitgegaan van een nihil resultaat.
Resultaat ten opzichte van Finrap
Het resultaat op de Personeelskostenbegroting op jaareinde wijkt in positieve zin af van de bijgestelde begroting bij de Finrap. Door interne bijsturing hebben we het tekort kunnen beperken. De inhoudelijke opgave van de programmabegroting is daarmee in 2023 uitgevoerd binnen het vastgestelde budgettaire kader voor de personele inzet. Het resultaat op de Personeelsbegroting bedraagt afgerond € 0,77 miljoen voordelig. Het gaat om een relatief beperkte afwijking ten opzichte van het begrotingstotaal van afgerond € 97 miljoen (<1%).
Ten grondslag aan het resultaat liggen inhoudelijk met name:
- de vertraagde en uitgestelde invulling van vacatures;
- het inzetten van incidentele inhuur voor de continuering van de dienstverlening;
- het realiseren van meer ontvangsten (aanwijzen materiële dekking) in relatie tot de inzet van personeel;
- de verantwoording van niet voorziene incidentele lasten met betrekking tot de wettelijke CAO afspraken omtrent verlofsparen met een omvang van € 0,48 miljoen nadelig in 2023.
Naast dit financiële resultaat en de verklaring hiervan, blijft er op onderdelen spanning zitten op de (invulling van de) benodigde capaciteit en kent de uitvoering soms ook een afhankelijkheid van capaciteit bij ketenpartners danwel de markt.
Loonkostenindexering
In de begroting 2024-2027 is reeds rekening gehouden met een structurele loonkostenindexering. Dit zal in het licht van het bereikte CAO akkoord en inflatiecijfers ontoereikend zijn. Dit betekent dat het financieel effect van de uiteindelijk overeengekomen arbeidsvoorwaarden vanaf 2024 hoger zal zijn dan in de begroting is voorzien. Dit tekort zal via de bestuursrapportage 2024 en begroting 2025 en verder moeten worden gedekt.