Begrip | Uitleg |
---|---|
Activeren | Het op de balans plaatsen van een bezitting. |
Actuele waarde | Historische aanschafwaarde, gecorrigeerd voor inflatoire invloeden. |
Afschrijving | Vooraf bepaalde, periodieke waardevermindering van een actief als gevolg van het gebruik ervan. |
Afwikkelinvesteringsbudget | Afgesplitst Investeringsbudget ter bevordering van de gereedmelding en start afschrijvingen van het (hoofd)investeringsbudget. |
Algemene dekkingsmiddelen | Inkomsten van een gemeente zonder bepaling van het bestedingsdoel. In tegenstelling tot specifieke dekkingsmiddelen kan een gemeente algemene dekkingsmiddelen naar eigen inzicht besteden. |
Algemene reserve | Het vrij besteedbare eigen vermogen van de gemeente. Dit vormt een buffer voor financiële tegenvallers. Het BBV kent behalve de algemene reserve ook bestemmingsreserves. Dat zijn reserves waaraan de gemeenteraad al een bepaalde bestemming heeft gegeven. |
Algemene uitkering | Uitkeringen die een gemeente ontvangt van het Rijk via het Gemeentefonds. Gemeenten kunnen, met inachtneming van wet- en regelgeving, zelf bepalen hoe deze middelen besteed worden. |
Balans | Momentopname van de vermogenspositie als resultaat van bezittingen en schulden. |
BBV | Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) beschrijft de regels waaraan onder andere de begroting van een gemeente aan moet voldoen. |
Begroting | Een door de raad vastgestelde begroting waarin is opgenomen welke beleidsvoornemens de gemeente heeft, welke activiteiten ter realisatie daarvan moeten worden ondernomen, hoeveel middelen met de realisatie daarvan zijn gemoeid en uit welke bronnen die middelen afkomstig zijn. |
Belastingcapaciteit | De belastingcapaciteit maakt duidelijk hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. |
Bestuurlijk belang | Een gemeente kan een bestuurlijk belang hebben in een verbonden partij doordat zij in het bestuur is vertegenwoordigd. De gemeente kan het ook hebben doordat zij stemrecht heeft in de verbonden partij. |
Boekwaarde | Aanschafwaarde minus cumulatieve afschrijvingen. |
Bouwgrond in exploitatie | Gronden in eigendom van een gemeente, waarvoor de raad een grondexploitatiecomplex en een grondexploitatiebegroting heeft vastgesteld. |
Bruto investering | Het gehele investeringsbedrag zonder aftrek van subsidies, bijdragen, etc. |
College | College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Venlo. |
Deelneming | Participatie in een besloten of naamloze vennootschap, waarin de gemeente aandelen heeft. |
Dividend | Een vergoeding aan aandeelhouders. |
Doelmatig (efficiënt) | De betreffende inspanningen en uitgaven dragen bij aan de realisatie van het beoogde doel en de kosten staan in verhouding tot het bereikte resultaat. |
Doeltreffend (effectief) | De mate waarin de beoogde doelstellingen worden gerealiseerd. |
Economisch nut | Investeringen met een economisch nut zijn verhandelbaar (er is een markt voor) en/of ze kunnen bijdragen aan het genereren van middelen. Voorbeelden zijn huur of opbrengsten. Let op: Economisch nut niet te verwarren met Vastgoed met een bedrijfseconomisch functie. |
Economische categorie | De eenheid waarin de baten en lasten van activiteiten binnen een taakveld worden uitgedrukt. |
Economische levensduur | Periode waarin op grond van kosten- en opbrengstverhouding gebruik zal worden gemaakt van een actief. |
EMU-saldo | Het geraamde of het gerealiseerde saldo van de ontvangsten en uitgaven van een gemeente. Dit bedrag wordt berekend op transactiebasis en volgens Europese voorschriften. |
Exploitatielasten | Uitgaven niet zijnde investeringsuitgaven die (jaarlijks) in de winst- & verliesrekening worden verantwoord. Naast kapitaallasten kunnen de exploitatielasten van een investering bestaan uit overige exploitatielasten, zoals bijvoorbeeld verzekeringspremies, energielasten en onderhoudslasten. |
Financieel belang | Een bedrag wat aan een verbonden partij ter beschikking is gesteld en niet verhaald kan worden als de verbonden partij failliet gaat. Het kan ook het bedrag zijn waarvoor de gemeente aansprakelijk is als de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt |
Financiële kengetallen | Getallen waarmee inzicht verkregen kan worden in de financiële positie van de gemeente. |
Financieringsfunctie | Alle activiteiten die te maken hebben met het verwerven en beheren van financiële middelen door de gemeente. |
Gemeenschappelijke regelingen | Een samenwerkingsverband tussen overheidslichamen wat op grond van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen is opgericht. |
Grondexploitatie | Betreft een kengetal welke in een percentage weergeeft hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. |
Historische aanschafwaarde | Daadwerkelijke verkrijgingprijs van een actief. |
iboi | Prijs bruto overheidsinvesteringen van het Centraal Planbureau (CPB). |
Investering | Een opoffering in tijd en/ of geld waarvan het nut zich over meerdere jaren uitstrekt. |
Investeringen met economisch nut | Investeringen die verhandelbaar zijn en kunnen bijdragen aan het genereren van middelen. |
Investeringsbudget | Een door de raad beschikbaar gestelde hoeveelheid geld ten behoeve van de realisatie van een investering. |
Kapitaallasten | Jaarlijkse exploitatielast als gevolg van afschrijving en rente. |
Kapitaallastenplafond | De signaalwaarde voor het maximum aan kapitaallasten in de begroting uitgedrukt in euro's. |
Lastendruk | De mate waarin heffingen drukken op de te besteden inkomsten van de gemeente. |
Lokale heffingen | Gemeentelijke belasting. De inkomsten vanuit de lokale heffingen moeten door de gemeente worden ingezet om de kosten te dekken van datgene waarvoor ze in rekening worden gebracht. |
Netto schuldquote | Een financieel kengetal welke informatie geeft over de investeringsruimte van een gemeente. |
Omslagrente | De omslagrente is de rente die bij de begroting wordt berekend door de werkelijk aan de taakvelden toe te rekenen rente (in Euro's) te delen door de boekwaarde per 1 januari van de vaste activa die integraal zijn gefinancierd. De omslagrente wordt uitgedrukt in een percentage (%). |
Organisatieproduct | Betreft de verbijzondering van activiteiten die door de gemeente worden uitgevoerd als onderdeel van een programma(lijn) en algemene middelen. |
Overheadkosten | Alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. |
Overheidsbedrijf | Onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin de gemeente, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt. |
Planning en Control cyclus | Deze omvat het cyclische proces van richting geven, begroten, rapporteren, bijsturen en verantwoorden. Deze cyclus kent een doorlooptijd van een jaar. |
Programma(lijn) | Een programma(lijn) bevat de beoogde maatschappelijke effecten, de wijze waarop die effecten bereikt zullen worden, voorgeschreven beleidsindicatoren en een raming van de baten en lasten. |
Rechtmatig | In overeenstemming met de geldende wetten, verordeningen, raads- en collegebesluiten. |
Risico | Een risico is een kans op het optreden van een gebeurtenis met een bepaald gevolg dat een positief of negatief effect (=schade) kan veroorzaken. De kans dat een gebeurtenis zich voordoet en de mate waarin het gevolg zich voordoet zijn onzeker. |
Risicobereidheid | De gemeente Venlo moet geen risicomijdende gemeente zijn. Risico's dienen inzichtelijk gemaakt en genomen te worden. Dit houdt in, het voeren van een risicomanagement waarbij ook naar dekking wordt gekeken en waarin alle soorten risico's worden weergegeven. |
Samenwerkingspartners | Samenwerkingspartners zijn verbonden partijen conform definitie BBV (Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten) en zwaar gesubsidieerde instellingen (> € 250.000 per jaar) en/of instellingen die een belangrijke unieke maatschappelijke functie vervullen. |
Solvabiliteitsratio | Financieel kengetal welke inzicht geeft in de mate waarin de gemeente in staat is om aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. |
Stelsel van baten en lasten | Gemeenten werken met een stelsel van baten en lasten. Dat betekent dat inkomsten en uitgaven moeten worden toegerekend aan het begrotingsjaar waarop zij betrekking hebben. |
Structurele exploitatieruimte | Een percentage waarmee beoordeeld kan worden welke structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. De structurele exploitatieruimte wordt berekend door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves te delen door de totale baten. |
Taakveld | Eenheid waarin de programma’s, of waarin de eenheden in overzichten en bedragen in het programma(lijn)plan, zijn onderverdeeld. |
Verplichting | Een verplichting is een bestelling bij een leverancier waaraan een overeenkomst ten grondslag ligt en die beslag legt op het budget. |
Verplichtingenadministratie | De administratie waarin alle verplichtingen worden vastgelegd en bewaakt. |
Voorziening | Onder voorzieningen worden afgezonderde vermogensbestanddelen verstaan die worden gevormd voor voorzienbare verplichtingen tegenover derden waarvan het bestaan en de omvang nog onzeker zijn maar wel redelijkerwijs kunnen worden ingeschat. |
Weerstandscapaciteit | De beschikbare weerstandscapaciteit geeft aan hoeveel geld en mogelijkheden een gemeente heeft om niet-begrote kosten die onverwachts en substantieel zijn te dekken. Daarbij kan gedacht worden aan stille reserves, onbenutte belastingcapaciteit en post onvoorzien. |
Weerstandsvermogen | Weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen: |