In het streven naar meer transparantie, verbetering van het inzicht in de financiële positie en voor de vergelijking met andere gemeenten worden zowel in de begroting als jaarrekening een set van financiële kengetallen opgenomen. Kengetallen zijn getallen die de verhouding uitdrukken tussen bepaalde onderdelen van de begroting of balans. De kengetallen zijn het uitgangspunt voor de beoordeling van de financiële positie van de gemeente Venlo.
De kengetallen maken inzichtelijk over hoeveel (financiële) ruimte de gemeente beschikt om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen. Ze geven zo inzicht in de financiële weerbaar- en wendbaarheid. De kengetallen worden in samenhang bezien, omdat ze alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een beeld geven van de financiële positie.
De financiële positie is geen doel op zich en moet altijd bezien worden in het licht van de totale maatschappelijke opgave van de stad. Het te bereiken maatschappelijke rendement en de bijdrage aan de inhoudelijke beleidsdoelstellingen zijn hierbij belangrijk. De financiële positie is ondersteunend aan het afwegingsproces en moet het bestuur helpen verantwoorde keuzes te kunnen maken voor de (middel)lange termijn.
Samenvatting beoordeling onderlinge verhouding tussen de kengetallen (financiële positie)
In deze paragraaf gaan we verderop uitgebreid in op de analyse en individuele beoordeling van de financiële kengetallen. In onderstaande tabel staat een samenvatting van de financiële kengetallen.
Financiële kengetallen | Streefwaarde | JRK 2022 | BGR 2023 | BGR 2023 | JRK 2023 |
---|---|---|---|---|---|
Netto schuldquote | < 90% | 26% | 48% | 33% | 26% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | < 90% | 20% | 41% | 27% | 19% |
Solvabiliteitsratio | 25-30% | 34% | 31% | 35% | 35% |
Grondexploitatie | < 20% | 5% | 3% | 4% | 4% |
Structurele exploitatieruimte | > 0% | 11,0% | 2,5% | 10,0% | 9,0% |
Belastingcapaciteit | <= 105% | 96,2% | 96,2% | 96,2% | 96,9% |
Weerstandsvermogen | >=1,4<2,0 | 1,86 | 2,00 | 2,06 | 2,10 |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen per inwoner | Nvt | € 1.021 | € 2.018 | € 1.401 | € 1.001 |
Rentedruk (netto rentelasten/exploitatie) | Nvt | 1,38% | 1,51% | 0,90% | 0,40% |
Netto schuldquote
De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de netto schuldenlast ten opzichte van de inkomsten. Het geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Hoe hoger de inkomsten van de gemeente, hoe hoger de acceptabele schuld is. De ratio geeft aan in hoeverre de schulden meer of minder bedragen dan de jaarlijkse inkomsten. De VNG richtlijn geeft aan dat bij een schuldquote hoger dan 130% er sprake is van een zeer hoge schuld. Volgens de VNG bevindt de schuldquote van een gemeente zich normaal tussen de 0% en 100%, waarbij een schuld tussen de 100% en 130% gezien wordt als een relatief hoge schuld waarvoor voldoende aandacht moet zijn. De door de raad vastgestelde streefwaarde is < 90%. De netto schuld is het totaal aan schulden -/- de geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak. Bij de inkomsten wordt uitgegaan van inkomsten vóór bestemming van reserves, omdat de inzet van reserves geen inkomsten zijn. Per ultimo 2023 is de schuldquote 26%. Ten opzichte van de begroting na wijziging is de bruto schuld met € 69 miljoen toegenomen met name door een incidenteel hoger saldo crediteuren van € 14 miljoen en een hoger saldo vooruitontvangen bedragen van € 55 miljoen. Doordat deze toename van de bruto schuld niet is aangewend voor het doen van meer uitgaven heeft dit geleid tot een hoger saldo in de schatkist van het Rijk en leidt dit niet tot een toename van de netto schuld. De netto schuld is per saldo zelfs € 36 miljoen lager waardoor de netto schuldquote circa 7% lager uitkomt. Positieve effecten op de netto schuld zijn voornamelijk het jaarrekeningresultaat van € 16 miljoen en per saldo € 26 miljoen minder onttrekkingen aan reserves en voorzieningen.
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Bij de berekening van de netto schuldquote wordt de hoogte van de schuld mede bepaald door het verstrekken van gelden aan derden. De netto schuldquote wordt daarom ook berekend gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen. Voor de VNG richtlijn en de door de raad vastgestelde streefwaarde verwijzen we naar de netto schuldquote. Per ultimo 2023 is de schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 19%. Naast de genoemde oorzaken bij netto schuldquote zorgen de verstrekte leningen voor zonnepanelen op particuliere daken en het vervallen van de aflossing op lening aan het ontwikkelbedrijf Greenport voor een extra effect op de ratio.
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio drukt het eigen vermogen uit als percentage van het totale vermogen en geeft daarmee inzicht in de weerbaarheid van de gemeente. De solvabiliteitsratio geeft weer welk deel van de bezittingen van de gemeente gefinancierd is met eigen vermogen. Hoe hoger de ratio hoe groter het deel van de bezittingen die gefinancierd zijn met eigen vermogen. De VNG gaf (nog) geen richtlijnen af voor welke marges passen bij een gezonde solvabiliteit voor decentrale overheden. In het gemeenschappelijk financieel toezichtkader van de provincies zijn signaleringswaarden voor de solvabiliteitsratio opgenomen met de volgende classificatie:
Meest risicovol < 20%
Neutraal 20% - 50%
Minst risicovol > 50%.
De door de gemeenteraad vastgestelde streefwaarde voor Venlo bedraagt 25-30%. In 2022 bedroeg de solvabiliteitsratio 39% voor Nederland als totaal (Bron: www.findo.nl). De solvabiliteitsratio voor 2023 is uitgekomen op 35% oftewel 4% hoger dan primair begroot maar gelijk aan de begroting na wijziging. Het eigen vermogen is circa € 40 miljoen hoger dan de begroting na wijziging. Het gerealiseerde jaarrekeningresultaat zorgt voor een stijging van 3%, de hogere reserves voor 4%. Mede door het hoger eigen vermogen en de flinke toename van vooruit ontvangen bedragen is het balanstotaal € 112 miljoen hoger dan de begroting na wijziging. Dit heeft een verlagend effect van 7% op de solvabiliteit. Per saldo heffen de effecten elkaar op.
Grondexploitatie
Grondexploitaties zijn risicovol en kunnen een forse impact hebben op de financiële positie van een gemeente. Indien gemeenten leningen hebben afgesloten om grond te kopen voor (toekomstige) projecten hebben zij een schuld. Bij de beoordeling van een dergelijke schuld is het van belang om te weten of deze schuld kan worden afgelost wanneer het project wordt uitgevoerd. Van de opbrengst van de aangekochte grond kan immers de schuld worden afgelost.
Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale baten. Wanneer de waarde van de grond laag is, loopt een gemeente relatief weinig risico maar is er relatief weinig waarde om de schuld te kunnen verlagen uit grondverkopen.
Het kengetal grondexploitatie van onze gemeente bedraagt bij de jaarrekening 2023 4%.
Hoewel grondexploitaties voor elke gemeente risicovol zijn, kan uit de relatief lage boekwaarde van de voorraden grond in verhouding tot de totale baten geconcludeerd worden dat het risico relatief gering is en dat er relatief weinig waarde is om de schuld te kunnen verlagen uit grondverkopen.
Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is. Hierbij wordt gekeken naar de structurele baten en structurele lasten. Deze worden vergeleken met de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder de rente en aflossing van een lening) te dekken. Over het algemeen geldt dus als richtlijn: hoe hoger het kengetal structurele exploitatieruimte, hoe gunstiger dit is voor de gemeente. Als streefwaarde geldt voor gemeente Venlo voor dit kengetal een waarde > 0%.
De structurele exploitatieruimte laat bij de jaarrekening een positief resultaat zien van 9,0 %. Deze ratio ligt daarmee zowel boven hetgeen bij de primaire Programmabegroting 2023 werd verwacht (2,5%), als ook boven de streefwaarde van > 0%. Ten opzichte van de begroting naar wijziging is de ratio iets gedaald. Een positieve structurele exploitatieruimte betekent dat onze structurele lasten op basis van de jaarrekening gedekt worden door structurele baten.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht in hoe de belastingdruk zicht verhoudt tot het landelijk gemiddelde. Het geeft weer wat de ruimte is om belastingen te verhogen ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Het is de bevoegdheid van uw raad met welke omvang de belastingen worden verhoogd. Om de flexibiliteit van de begroting te duiden ten opzichte van het landelijk gemiddelde heeft u een streefwaarde vastgesteld van <= 105%.
Het kengetal bedraagt 96,9% en is daarmee ruim onder de streefwaarde. De totale woonlasten voor een gezin met een woning met gemiddelde WOZ-waarde in gemeente Venlo in 2023 zijn lager ten opzichte van het landelijk gemiddelde T-1 (het ijkpunt voor het maximaal te heffen belastingtarief).
Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen wordt verder toegelicht in de volgende paragraaf. Het onderdeel financiële positie uit de samenvatting van dit document gaat hier uitgebreid op in.
Netto schuld gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen per inwoner
Deze indicator betreft de netto schuld gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen afgezet tegen het aantal inwoners. Jaar op jaar kan dit kengetal mutaties vertonen door fluctuaties in investeringen. Daarom is de schuld per inwoner vooral voor de middellange termijn een goede indicatie. In 2023 was de netto schuld gecorrigeerd voor verstrekte leningen per inwoner € 1.001. Ten opzichte van 2022 is de schuld per inwoner iets gedaald als gevolg van een lagere netto schuld gecombineerd met een lichte groei van het aantal inwoners.
Rentedruk
De rentedruk geeft de netto rentelasten weer ten opzichte van de inkomsten vóór bestemming van reserves. Deze indicator geeft weer welk deel van de exploitatie gebonden is door het betalen van rente. Volgens de financiële barometer, een financiële stresstest die ontwikkeld is bij een landelijke overleggroep van financiële beleidsmakers van 100.000+ gemeenten, is een rentedruk tussen de 1% en 3% normaal voor een gemeente.