Zoals in het Besluit Begroting en Verantwoording staat, dat per 1 januari 2004 in werking is getreden, worden eerst alle baten en lasten volgens het stelsel van baten en lasten geboekt. Vervolgens wordt het resultaat bepaald. Na resultaatbepaling vindt de bestemming van het resultaat plaats, dat wil zeggen wordt toegevoegd of onttrokken aan reserves. Ten slotte wordt het gerealiseerd resultaat bepaald en wordt dit resultaat (bij de rekening) afzonderlijk op de balans opgenomen. Daarnaast kan de raad met een expliciet raadsbesluit bij de integrale afweging van beleidsbeslissingen een toevoeging of onttrekking aan een reserve ramen.
Subsidies, niet zijnde investeringssubsidies, worden in het resultaat verantwoord zodra in grote mate zeker is dat de desbetreffende subsidies worden ontvangen.
De kosten worden bepaald op historische basis en toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben.
De afschrijvingen op bedrijfsgebouwen worden gebaseerd op de verkrijgingsprijs. Op overige vaste activa wordt afgeschreven op basis van de verkrijging- of vervaardigingsprijs.
De afschrijvingstermijnen zijn gebaseerd op de nota Investeringsbeleid uit 2023.
Bij het bepalen van de omvang van de uitkeringen uit het gemeentefonds is rekening gehouden met de meest recente informatie.
Conform artikel 28 lid c van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten dient in de jaarrekening een overzicht opgenomen te worden van de incidentele baten en lasten. Hierbij is de definitie van het begrip incidenteel belangrijk. In de huidige opzet sluiten we aan bij de Notitie incidentele en structurele baten en lasten van de Commissie BBV. Die geeft aan dat het hierbij gaat om posten die het begrotingssaldo incidenteel beïnvloeden. Het gaat om eenmalige zaken en om (meerjarige) projecten of subsidies als deze eveneens het karakter van tijdelijkheid / eindig doel hebben. Om aan te geven dat een post terecht is opgenomen als incidenteel wordt voortaan onder het overzicht van de posten een toelichting van die posten opgenomen.