Algemeen
De programmarekening (balans en overzicht baten en lasten) is opgesteld overeenkomstig het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten. Activa en passiva worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, tenzij een andere waarderingsgrondslag is vermeld.
De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten.
Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat in het boekjaar in aanmerking genomen. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Wijzigingen ten opzichte van vorig jaar
De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn gelijk gebleven ten opzichte van vorig jaar.
Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de historische kostprijs onder aftrek van de lineaire afschrijvingen gedurende de geschatte economische levensduur.
Specifieke investeringsbijdragen van derden verkregen worden in mindering gebracht op het geactiveerde bedrag (artikel 62 lid 2 BBV). Hierbij verantwoorden we de verkregen bijdrage als bate.
Afschrijving vindt plaats in het daaropvolgend boekjaar waarop activa gereed zijn / in gebruik genomen worden.
Materiële vaste activa
Waardering gebeurt tegen de historische kostprijs onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de geschatte economische levensduur. Voor wat de afschrijvingstermijnen betreft verwijzen we naar de nota Investeringsbeleid Gemeente Venlo (2023). Subsidies en/of bijdragen van derden op investeringen worden in mindering gebracht op de historische kostprijs.
Op investeringen met een economisch nut worden geen reserves in mindering gebracht.
Dit geldt ook voor investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut vanaf 1-1-2017 in verband met een wijziging Besluit Begroting en Verantwoording (BBV).
Op investeringen met een economisch nut en investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut wordt niet ‘extra’ afgeschreven in verband met wijziging BBV per 1-1-2017. Van derden verkregen specifieke investeringsbijdragen worden in mindering gebracht op het geactiveerde bedrag.
De erfpachtgronden worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde.
Afschrijving gebeurt in het daaropvolgend boekjaar waarop activa gereed zijn / in gebruik genomen worden.
De restwaarde voor alle investeringen wordt op nihil gesteld, tenzij met een expliciet besluit van de gemeenteraad anders wordt bepaald.
Financiële vaste activa
De onder de financiële vaste activa begrepen verstrekte geldleningen aan woningbouwcorporaties, overige langlopende geldleningen en overige langlopende vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen. De aandelen in gemeenschappelijke regelingen, deelnemingen en effecten worden verantwoord tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde.
Voorraden
Bij het Grondbedrijf wordt bij de eindwaardeberekeningen, waarvan de resultaten zijn neergelegd in aparte overzichten, uitgegaan van de boekwaarde per balansdatum 31 december 2023. Voor verwachte verliezen is een voorziening gevormd. Voorraden worden tegen de marktwaarde gewaardeerd indien de marktwaarde lager is dan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs.
Uitzettingen < 1 jaar
Vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor mogelijke oninbare vorderingen is een voorziening gevormd. In het jaar van oninbaar verklaring wordt de vordering ten laste gebracht van de voorziening.
Liquide middelen
De liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Overlopende activa
De overlopende activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Reserves
Dit zijn afgezonderde vermogensbestanddelen voor zover ze niet bestemd zijn om fluctuaties op te vangen in de exploitatiesfeer, ofwel het verschil tussen bezittingen en schulden (eigen vermogen).
Conform de nota reserves en voorzieningen worden de mutaties geautoriseerd door de gemeenteraad.
Deze worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Voorzieningen
Voorzieningen worden gevormd tegen concrete of specifieke risico’s en verplichtingen die op de balansdatum bestaan en waarvan de omvang onzeker is maar wel redelijkerwijs in te schatten. Voorzieningen worden opgenomen tegen de nominale waarde.
Passiva
Passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Vlottende passiva
De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Vaste schulden met een rente typische looptijd > 1 jaar
Vaste schulden met een rente typische looptijd van één jaar of langer worden gewaardeerd tegen nominale waarde (artikel 63 lid 7 BBV).
Vlottende schulden met een rente typische looptijd < 1 jaar
De netto-vlottende schulden met een rente typische looptijd korter dan één jaar worden opgenomen onder de vlottende passiva (artikel 47 BBV).