PARAGRAFEN

Bedrijfsvoering

Vanaf het begrotingsjaar 2017 zijn gemeenten verplicht de effecten van beleid toe te lichten door een vaste set beleidsindicatoren op te nemen in de begroting en de jaarrekening. De meeste van deze indicatoren zijn te vinden op www.waarstaatjegemeente.nl, onder 'Besluit Begroting en Verantwoording' van het dashboard 'Lokaal bestuur'. Dat geldt niet voor de beleidsindicatoren op het gebied van bedrijfsvoering. Hiervoor is geen landelijke bron beschikbaar. Deze indicatoren zijn gebaseerd op eigen gemeentelijke informatie.

In deze paragraaf worden deze beleidsindicatoren gepresenteerd en nader toegelicht.

Beleidsindicatoren bedrijfsvoering

2022

2023

2023

Realisatie

Actuele begroting

Realisatie

1. Formatie: aantal fte per 1.000 inwoners

10

10

10

2. Bezetting: aantal fte per 1.000 inwoners

10

10

10

3. Kosten externe inhuur als % van totale loonsom *

16%

8%

18%

4. Overhead; % van totale lasten

10%

9%

10%

5. Apparaatskosten per inwoner

995

1071

1108

*Inhuur als onderdeel van het formatieplan ( loonkostenbegroting) wordt grotendeels niet separaat begroot.

Formatie en bezetting in fte

Januari 2023

December 2023

Formatie

Bezetting*

Formatie

Bezetting*

Bestuur

15

14

14

13

Teams

1035

1053

1069

1106

* Betreft de feitelijke personele bezetting in dienst van Venlo met een vaste of tijdelijke aanstelling inclusief reguliere inhuur op reguliere taken.

1+2 Formatie en bezetting
De gepresenteerde fte's in de tabel Beleidsindicatoren zijn exclusief formatie en bezetting van B&W, Raadsgriffie en Raad. In de formatie wordt geen expliciet onderscheid gemaakt tussen fte formatie werken voor derden en fte formatie van Venlo zelf.
In de tabel Formatie en bezetting in fte wordt de ontwikkeling van de totale formatie en bezetting (inclusief bestuur) in 2023 gepresenteerd. De stijging in bezetting van medewerkers betreft personele invulling op formatie die gaandeweg in 2023 heeft geleid tot een bezetting vrijwel gelijk aan of tijdelijk hoger dan de formatie in fte. Dit komt door de extra capaciteit voor de uitvoering van de (tijdelijke) opgaven in de programmabegroting.

3. Externe inhuur
De totale inhuur ten opzichte van de Personeelsbegroting bedraagt 18%. Dit is in lijn met andere 100.000+ gemeenten. Inhuur wordt (grotendeels onvoorzien) slechts beperkt vooraf begroot. Uitgangspunt blijft om zoveel mogelijk opgaven te realiseren via medewerkers in dienst van de gemeente.

4. Overhead
Onder de overheadkosten vallen alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Met het primair proces worden de activiteiten bedoeld die rechtstreeks een bijdrage leveren aan de totstandkoming van de producten en diensten voor onze burgers en bedrijven. Het gerealiseerde overheadpercentage in 2023 is door de gestegen loonkosten en toename van inhuur hoger dan begroot.

5. Apparaatskosten
De apparaatskosten bestaan uit de loonkosten voor het ambtelijk apparaat, de inhuur en de totale kosten voor overhead (zoals huisvesting en ICT). Kosten voor diensten die zijn uitbesteed, zoals de belastingsamenwerking BSGW vallen niet onder de apparaatskosten. Gemeenten die veel diensten uitbesteden hebben dan ook naar verwachting relatief lage apparaatskosten ten opzichte van gemeenten met weinig uitbestede taken. De afwijking tussen begroting en realisatie wordt voornamelijk veroorzaakt door de hogere externe inhuur.

Deze pagina is gebouwd op 05/08/2024 08:41:33 met de export van 05/08/2024 08:26:04