Om gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s en valutarisico’s te beschermen zijn de volgende activiteiten uitgevoerd:
Renterisico’s
Renterisico’s op korte financieringen zijn beperkt door er voor te zorgen dat de wettelijk voorgeschreven kasgeldlimiet niet is overschreden. De kasgeldlimiet is het bedrag dat maximaal met kortlopende schulden gefinancierd mag worden. Juist voor korte financiering geldt dat het renterisico aanzienlijk kan zijn, aangezien fluctuaties in de rente bij korte financiering direct een relatief grote invloed hebben op de rentelasten. Onder kortlopende financieringen vallen alle financieringen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar. De kasgeldlimiet wordt conform de Wet Fido bepaald op basis van een bij ministeriële regeling vastgesteld percentage van de begrote uitgaven van de gemeente. Voor het jaar 2023 was dat 8,5% van € 519,6 miljoen. Dit betekent dat de kasgeldlimiet 2023 voor de gemeente Venlo € 44,2 miljoen bedroeg.
Onderstaande tabel geeft de gemiddelde liquiditeitspositie weer over de afgelopen vier kwartalen. De afgelopen vier kwartalen is de kasgeldlimiet niet overschreden.
Bedragen x € 1.000.000 | ||||
Kasgeldlimiet | 1e kwartaal 2023 | 2e kwartaal 2023 | 3e kwartaal 2023 | 4e kwartaal 2023 |
---|---|---|---|---|
1 Kasgeldlimiet (maximale kortlopende schuld) | 44,17 | 44,17 | 44,17 | 44,17 |
2 Gemiddelde schuld per kwartaal | - | - | - | - |
3 Gemiddeld overschot per kwartaal | 125,46 | 142,52 | 166,15 | 193,76 |
Ruimte (+) / overschrijding (-) (1+2+3) | 169,63 | 186,68 | 210,31 | 237,93 |
Renterisico’s op lange financieringen worden beperkt door de wettelijk voorgeschreven renterisiconorm niet te overschrijden. De renterisiconorm heeft als doel het renterisico bij herfinanciering te beheersen. Dit houdt in dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet méér mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. De renterisiconorm is in 2023 niet overschreden.
Bedragen x € 1.000.000 | |||||
Renterisiconorm en renterisico's vaste schuld | Realisatie 2023 | Begroting 2024 | Begroting 2025 | Begroting 2026 | Begroting 2027 |
---|---|---|---|---|---|
1 Renteherziening | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
2 Aflossingen | 8,96 | 8,97 | 8,98 | 8,99 | 8,55 |
3 Renterisico (1+2) | 8,96 | 8,97 | 8,98 | 8,99 | 8,55 |
4 Renterisiconorm (20% van het begrotingstotaal) | 103,92 | 119,19 | 109,82 | 97,32 | 94,97 |
5 Ruimte (+) / overschrijding (-); (4-3) | 94,96 | 110,22 | 100,84 | 88,33 | 86,42 |
Naast de beheersing van het renterisico aan de hand van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm wordt het renterisico ook beheerst door de financieringsbehoefte te bepalen op basis van een meerjarige liquiditeitenplanning en in de meerjarenbegroting rekening te houden met een staffelrente oplopend tot 4,0%. Daarmee is een rentestijging van de langetermijnrente tot 4,0% afgedekt. Voor een stijging van de langetermijnrente boven de 4,0% is er een risico gekwantificeerd. Bij een daadwerkelijke stijging boven de 4,0% moet de begroting worden bijgesteld.
Conclusie: de beheersing van het renterisico op zowel de korte als de lange financieringen voldoet aan de wettelijke normen. Daarnaast vindt beheersing plaats van het renterisico.
Koersrisico’s
Koersrisico’s worden beperkt door uitzettingen uit hoofde van treasury te beperken tot producten met een vastrentende waarde (dus met een vaste vergoeding) of garantieproducten en uitzettingen af te stemmen op de liquiditeitsplanning.
Kredietrisico’s
Kredietrisico’s bestaan uit het risico dat uitgeleend geld niet wordt terug ontvangen. Deze kredietrisico’s kunnen worden onderscheiden in:
- uitzettingen van middelen uit hoofde van liquiditeitenbeheer,
- garanties van geldleningen,
- verstrekte langlopende geldleningen uit hoofde van de publieke taak,
- debiteuren.
- Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van liquiditeitenbeheer zijn de risico’s zeer beperkt door de verankering van het schatkistbankieren in de Wet Fido. Schatkistbankieren houdt in dat tegoeden verplicht worden aangehouden in de Nederlandse schatkist. Uitgezonderd hierop zijn de middelen onder het drempelbedrag. Dit is 2,0% van het begrotingstotaal tot € 500 miljoen plus 0,2% van het surplus. Dit is ingesteld om voldoende saldo aan te houden voor het dagelijks betalingsverkeer. Voor de middelen die zijn uitgezonderd van het schatkistbankieren geldt dat uitzettingen uitsluitend plaatsvinden bij instellingen die voldoen aan de zeer strenge ratingeisen zoals gesteld in de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo). In 2023 hebben geen uitzettingen plaatsgevonden. In de toelichting op de balans wordt gerapporteerd op het drempelbedrag.
- De gemeente heeft garanties afgegeven voor geldleningen waar zij direct voor garant staat alsook geldleningen waarvoor de garantstelling via een waarborgfonds plaatsvindt. De beheersing van de kredietrisico’s bij gegarandeerde geldleningen vindt voor het grootste deel van de verstrekte garanties plaats via waarborgfondsen. Het gaat om:
- Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW)
- Stichting Waarborgfonds Eigen Woning (WEW) / Nationale Hypotheek Garanties (NHG)
- Stichting Waarborgfonds Sport (SWS)
Per 31 december 2023 bedraagt de som van de gegarandeerde geldleningen voor de gemeente Venlo € 504,4 miljoen (voor een specificatie zie toelichting op de balans onder de rubriek passiva). Hiervan heeft het grootste deel betrekking op garanties via het WSW en WEW/NHG: € 442.189.000. Daarnaast heeft een bedrag van € 62 miljoen betrekking op overige garantstellingen. Hierin begrepen zitten de in 2022 nieuw verstrekte garanties van € 60 miljoen voor Onderwijsgemeenschap Venlo & Omstreken (OGVO).
- De Wet Fido staat gemeenten toe leningen te verstrekken uit hoofde van de publieke taak. Het verloop van de verstrekte geldleningen in 2023 is als volgt:
Verloop van de verstrekte geldleningen | ||
---|---|---|
Saldo verstrekte geldleningen per 01-01-2023 | € 32.897 | |
Ontvangen aflossingen | € 911 | -/- |
Nieuw verstrekte leningen: | € 3.489 | +/+ |
Saldo verstrekte geldleningen per 31-12-2023 | € 35.475 |
De grootste lening bedraagt € 19,3 miljoen aan BV Ontwikkelbedrijf Greenport Venlo gevolgd door een lening van € 4,4 miljoen aan BV Campus Vastgoed Greenport Venlo. Naast deze twee leningen bestaat een groot deel van de verstrekte geldleningen uit leningen aan de woningcorporaties Antares en Woonwenz. Door de oprichting van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) komen hier geen nieuwe leningen meer bij. Het restantbedrag van deze verstrekte leningen bedraagt eind 2023 nog € 7,5 miljoen (eind 2022: € 8,2 miljoen).
In 2023 is er voor € 3,4 miljoen aan leningen verstrekt vanuit de 1e en 2e tranche van het project Zonnepanelen op particuliere daken. Daarnaast zijn er 2 leningen voor in totaal € 45.000 verstrekt aan sportverenigingen in het kader van verduurzamingsmaatregelen.
- Debiteurenrisico’s worden in eerste instantie afgedekt via adequaat debiteurenbeheer inclusief aanmanings- en incassotraject. Op vorderingen die moeilijk invorderbaar blijken te zijn vindt, afhankelijk van de invorderingsstatus, een afwaardering plaats via de voorziening dubieuze debiteuren. Een nadere toelichting op het verloop en de wijze van bepalen van de hoogte van de voorziening dubieuze debiteuren staat in de toelichting op de balans.
Liquiditeitsrisico’s
Het risico dat de gemeente Venlo met betalingsproblemen te kampen krijgt door onvoldoende liquide middelen is nagenoeg nihil. De aanvullende uitkering (artikel 12 van de Financiële-verhoudingswet) in het geval een gemeente niet meer aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen maakt dat de solvabiliteit van gemeenten te boek staat als zeer solide. Kasgeldleningen kunnen daarom altijd aangetrokken worden. Liquiditeitsrisico’s worden verder beperkt door het hanteren van een kortlopende liquiditeitsplanning en een meerjarige liquiditeitsplanning (minimaal vier jaar).